Januari

Januari

Home
Hoger

 

Louwmaand

Deze maand moet volgens de volksweerkunde koud en droog zijn.

1. Als Nieuwjaarsnacht is stil en klaar,
    beduidt dit vast een heel goed jaar.
16. Op een milde Januari volgt vaak een gure
      lente en een hete zomer.
2. Januaar zonder regen
    is de boer zijn zegen.
17. Sint Antoon en Sint Sebastiaan,
      hebben nog harde koppen aan.
3. Vriest het op de elfde nacht,
    zes weken vorst wordt er verwacht.
18. Sint Pieterstoel bevroren,
     een droog jaar geboren.
4. Als in Januaar de vorst niet komen wil,
    dan komt hij zeker in april.
19. Geeft Sint Sulpitius schoon ijs,
      dan is de lente goed en wijs.
5. In de louwmaand mist,
    dan de lentemaand 't frist.
20. Sint Sebastiaan, die 't were maakt,
     doet het vriezen, dat het kraakt.
6. Als 't Driekoningen is in 't land,
    komt de vorst in 't vaderland.
21. Als in Januaar de muggen zwermen,
     moet ge in maart de oren wermen.
7. Knapt Januari niet van kou,
    men zit in de oogstmaand nog in de kou.
22. Is 't op Sint Vincentius zonneschijn,
     zo zal er in de schuren koren zijn.
8. Geeft Januaar muggenzwermen,
    dan hoort men in de oogstmaand de boeren
    kermen.
23. Een sneeuwjaar is een goed jaar.
9. Geeft Januari een sneeuwtapijt,
    dan zijn we de winter gauw kwijt.
24. Een dooi zonder regen of wind,
     is niet waard dat 't eraan begint.
10. In Januari nat,
     leeg blijft het vat.
25. Is Sint Paulus klaar,
     wacht dan een heel goed jaar.
11. Heeft Januari kou en droge dagen,
     zo zal in Februari de winter plagen.
26. Als Januaar ons brengt een strenge vorst,
     lijden wij des zomers geen honger en dorst
12. Als de dagen lengen,
     begint de winter te strengen.
27. Komt de wind uit het noorderland,
     lang houdt het weder stand.
13. In de louwmaand mag het vriezen,
      de stenen uit de grond,
     de boer mag niet kniezen,
      maar vindt het heel gezond.
28. Zoals Januaar is,
      zo is Juli.

14. Geeft Sint Hillarius zonneschijn,
     dan zal 't weldra kouder zijn.
29. Op een droge, koude Januaar,
      volgt veel sneeuw in Februaar.
15. Sint Pauwel is de eerste der drie harde
     koppen.
30. Dooien op Sint Aldegonde,
     vult de kelder met een vloed van zonde.
  31. Stoot de mol in Januaar,
      kijk van kou in mei niet raar.