Cumuluswolken zijn afzonderlijk voorkomende en over het
algemeen dichte, soms zeer forse wolken met scherp omlijnde omtrekken en grote
contrastverschillen. Ze ontwikkelen zich in verticale richting in de vorm van kopjes,
torens, dikwijls stapsgewijs. Het zijn stapelwolken waarvan het bovenste
opbollende deel dikwijls op een bloemkool lijkt.
Cumulusvorming in de middag. Cumulus Mediocris; met
Altostratus erboven..
Hoogte: 500 - 6000
meter.
Ontstaan: Daarvoor
zijn snel stijgende luchtmassa's nodig. Vaak zijn dat vlak boven het zee- of
aardopppervlak verwarmde luchtbellen met een horizontale doorsnede van enkele honderden
meters. Zij zetten zich uit en worden lichter dan de hen omringende koudere
omgevingslucht. Dan zet de stijging van deze thermiekbellen in. Bij elke honderd
meter stijging koelt de lucht binnen zo'n stijgende bel 1° Celsius af. Op een gegeven
ogenblik is de lucht tot zijn dauwpunt afgekoeld. Bij verdere stijging condenseert de
overtollige waterdamp, zichtbaar als een kleine witte cumuluswolk, die aan de onderzijde
een scherp begrensde vlakke basis heeft. De verticale temperatuuropbouw van de
omgevingslucht bepaalt tot hoever de nu zichtbaar geworden thermiekbel kan doorstijgen.
Hoe hoger de cumulustop klimt, hoe meer waterdamp condenseert, in ontelbare hoeveelheden
druppeltjes, die vloeibaar kunnen blijven tot temperaturen van 15 ą 20 graden onder nul!
Soorten: Op grond van hun
verticale ontwikkeling onderscheidt men 3 soorten cumuluswolken :
* Cumulus Humilis (kleine stapelwolk)
* Cumulus Mediocris (middelmatige stapelwolk)
* Cumulus Congestus (sterk opbollende stapelwolk)
Cumulus Humilis is een cumulus met de kleinste afmetingen. Deze vormt zich
vaak bij sterke instraling van de zon aan een wolkenloze hemel in de voormiddag. Meestal
groeien ze dan door tot het volgende stadium.
Cumulus Mediocris heeft al kleine uitstulpingen, in hoofdzaak aan de
bovenzijde. Een opvallend kenmerk is dat deze soort soms in rijen is gerangschikt. Deze wolkenstraten
zijn vrijwel evenwijdig aan elkaar. Ze lopen in de richting van de wind.
Variėteit : Cumulus Mediocris Radiatus.
Cumulus Congestus heeft de grootste verticale afmeting en bezit een sterk
opbollende bovenkant, soms lijkend op een bloemkool.
Alle drie soorten kunnen gelijktijdig naast elkaar voorkomen. Hoewel op onze
breedtegraad slechts zelden uit Cumuluswolken neerslag valt, kan dit in hoofdzaak
in de zomermaanden wel eens voorkomen uit de congestus-soort. Een vaak bijkomend
verschijnsel bij Cumulus Congestus is het kapje erboven, de vorm pileus.
Het ontstaat vaak uit een fijne nevelsluier vlak boven een opbollende stapelwolk. Die duwt
boven zich een vochtige luchtlaag omhoog. Door afkoeling condenseert de waterdamp daarin.
Die bervriest tot ijskristalletjes doordat de temperatuur daar al meer dan 15° C tot 20°
C onder nul is.
Betekenis voor het weer: Cumuluswolken
vertonen scherpe contourlijnen en duidelijke konstrastverschillen zolang ze helemaal uit
waterdruppeltjes bestaan. Uit deze cumulus regent het praktisch nooit.
* Sterk opbollende Cumulus Congestus kan in zijn top zo koud worden, -10° C tot
15° C, dat zich ook ijskristallen gaan vormen. In die delen verliest de wolk zijn
duidelijke contrastverschillen en worden de randen vezelig en gerafeld om met de
omliggende lucht te vervloeien. In dit stadium wordt het neerslagproces in gang gezet.
(soort : Cumulonimbus Calvus)
* Vormen Cumuluswolken zich op dagen met mooi weer en lossen zij in de avond
weer op, dan spreken we van mooi-weer-wolken omdat ze kenmerkend zijn voor een
standvastige mooi-weer-situatie.
* Lossen Cumuluswolken in de avond niet op, maar rijgen ze zich aaneen, dan
volgt een omslag naar regenachtig weer.
* Aan de toppen van Cumuluswolken die in de loop van de ochtend ontstaan, vormen
zich losse plukken die zich van de rest van de wolken afscheiden. Lossen deze plukken op,
door menging met droge omgevingslucht, dan lijkt het niet waarschijnlijk dat de Cumulus in
de middag tot het buienstadium kan uitgroeien.
* Vormen zich uit de afgewaaide plukken afzonderlijke Cumuli die in omvang
toenemen, dan bezit de lucht een groot vochtgehalte en zullen sommige stapelwolken in de
middag tot buien uitgroeien.
* Als Cumuluswolken al rond het middaguur zover opgebold zijn dat zij overgaan
in Cumulonimbus Calvus (vervagende contrasten en rafelige contourlijnen) dan volgen weldra
buien, in de zomer mogelijk met onweer. Het is raadzaam snel naar een schuilgelegenheid om
te zien.
* Stapelwolken tijdens het ochtendrood zijn een voorbode van slecht weer.
* Massieve grijze Cumulus-complexen in de avonduren duiden op onstandvastig
weer.
Cumulus Congestus (onderaan foto) Cumulus Congestus naast boom Cumulonimbus
Calvus.
Altocumulus Stratifomis (bovenaan linker foto)
Naar het begin van deze pagina.