Juli

Juli

Home
Hoger

 

Hooimaand

Zonnig en warm is het motto, dat de volksweerkunde voor de zevende maand kiest.

1. Is de eerste Juli regenachtig,
   gans de maand is twijfelachtig.
17. Wil september vruchten dragen,
     dan in Juli hitte om te klagen.
2. Brengt het bezoek Maria's regen,
    veertig dagen duurt die zegen.
18. Juli, louter zonneschijn,
      zeker krijgen we gouden wijn.
3. In Juli moet van hitte braden,
    wat in augustus moet geladen.
19. Wat Juli en Augustus nit kokn wijs beraden,
      dan laat September ongebraden.
4. Slechts in juligloed,
    worden oogst en vruchten goed.
20. Regen op Sinte Margriet,
     geeft zes weken boerenverdriet.
5. Juli, helder en klaar,
    heet altijd een goed jaar.
21. Zonder dauw geen regen,
     heet het in Juli allerwegen.
6. Regen op Sinte Godelief is de landman
                                               nimmer lief,
    minstens zes weken regent het.
22. Regent sinte Madaleen,
     regen dagen achtereen.
7. Brengt Juli hete gloed,
    zo gedijt september goed.
23. Houdt het de wind uit het noorden aan,
     zij zal de grasgroei tegen gaan.
8. Wisselen in Juli regen en zonneschijn,
    't zal naaste jaar voor de boeren kermis zijn
24. Vliegen de zwaluwen laag,
     nadert een regenvlaag.
9. 's Nachts regen, 's daags zon,
    vult schaar, zak en ton.
25. Is het helder op Sint Jacobsdag,
     veel vruchten men verwachten mag.
10. Regent het op de Zevenbroedersdag,
     dat het nog  zeven weken regenen mag.
26. Werken met Sint Anna de mieren,
      dan zult ge een lange winter vieren.
11. In Juli is de morgen rood,
     's avonds verkeert het weer in nood.
27. Mist na regen, brengt geen zegen.
12. Is Juli heet en droog,
     dan houdt de winter kwaad betoog.
28. Als het regent op Sint Victor,
     de oogst brengt op geen lor.
13. Als Juli u niet lag te heten,
      ge hebt gans augustus om te zweten.
29. Kwalen de kikkers eensgezind,
     komt er vast weer met hoge wind.
14. De Hondsdagen helder en klaar,
     betekenen een goed jaar.
30. Bij klagend geroep van de wulp over 't
                                                            land,
     houdt het mooie weer geen stand.
15. De Hondsdagen, brengen zij koelte en
                                                        regen,
     dan is er weinig hoop op zegen.
31. De wakkere hooimaand geeft de zeisen,
     de maaier in de hand met vlijt,
     daar lege schuren hooi vereisen,
     om het vee te voeden in wintertijd.
16. In Juli zonnebrand, wenst ieder op het land