|
De voorkant van een onweersbui. Donderkoppen tijdens warm zomerweer. Ontstaan: Vochtige, hete lucht, die absoluut gezien veel waterdamp kan bevatten, stijgt en vormt wolkenbuien. In tegenstelling tot de gedwongen optilling aan de voorzijde van een opdringend koufront, zijn de buiencomplexen door verhitting ontstaan, niet in een rij gerangschikt. Ze zijn min of meer onregelmatig boven een landstreek verdeeld. Bij voorkeur boven die delen die het sterkst verhit worden, zoals grote steden en zandvlakten. Nadat zij zich ontladen hebben, lossen ze in de nacht weer op. De temperatuur loopt de volgende dag opnieuw op. Boven streken waar de vorige dag regen is gevallen, stijgt extra waterdamp op en zo kunnen buienwolken zich opnieuw vormen. Meestal is het daarbij broeierig warm. Buienwolken worden het best gevormd nadat de temperatuur zijn hoogste waarde heeft bereikt, dus in de namiddag of in de avond. Betekenis voor het weer: * Warmteonweer is een sterk plaatselijk verschijnsel. Meestal doet het zich pas voor in de namiddag en avond bij zwakke wind, warm en broeierig weer. * In de tweede helft van augustus en september wanneer het land alweer kouder begint te worden, kunnen zich zware onweersbuien vormen boven het warme zeewater vlak langs de kust. Aan het eind van de nacht en in de eerste ochtenduren, zo tot ongeveer 10 à 11 uur, kunnen ze in de kuststreken zware wolkbreuken (met hevige regenval) veroorzaken. |