November

November

Home
Hoger

 

Slachtmaand.

Zoals in oktober blikt de volksweerkunde vooruit naar de winter, en verder naar de lente.

1. Geeft Allerheiligen zonneschijn,
    dan zal 't spoedig winter zijn.
16. In November hard begin,
     in de winter zoet gewin.
2. Als Allerzielen zacht begint,
   volgen veel regen en veel wind.
17. Volgt de eerste sneeuw opregen,
     dat houdt een harde winter tegen.
3. Wie houdt van wind,
    November bemint.
18. Zwaait de winter in November al zijn staf,
      zijn rijk vindt snel een graf.
4. November laatste noot,
    vult altijd de sloot.
19. Sinte Elisabeth doet verstaan,
      hoe de winter zal vergaan.
5. November heeft maar dertig dagen,
    maar dubbel wind en regenvlagen.
20. Brengt het najaar helder weer,
     't zal des winters stormen op het meer.
6. De elfde maand van 't jaar,
    bij 't vuur brengt al te gaar.
21. Maria's opdracht klaar en hel,
     maakt de winter streng en fel.
7. November heeft op de loer gelegen,
    en komt tevoorschijn met veel regen.
22. De dag aan Sint Cecilia gewijd,
     is de maatstaf voor wintertijd.
8. November met zijn regenvlagen,
    brengt verkoudheid, jicht en andere plagen.
23. Wintert 't op Sint Clemens fel,
      wordt de lente klaar en fel.
9. Staat in November het veld kaal,
    dan is het in de zomer voor boeren schraal.
24. Is de hemel al te blauw,
     spoedig wordt hij dan weer grauw.
10. November streng en koud,
     niet lang zich staande houdt.
25. Sint Katrien, in het wit gekleed,
      zeven weken sneeuw ons leed.
11. Sint Maarten zet zich met veel dank,
      bij het haardvuur op de bank.
26. Onweer laat in het jaar,
     vorst is nog niet klaar.
12. Als 't in November 's morgens broeit,
     wis dat de storm 's avonds loeit.
27. Sint Achuit doet het zaaikleed uit.
13. Vertoont November zich met snee,
      't zal vruchtbaar zijn ook voor 't vee.
28. Rijp aan boom en plant,
     houdt geen drie dagen stand.
14. Brengt ons de late herfst neveldagen,
     dan zal de sneeuw ons 's winters plagen.
29. Sneeuw op het slijk,
     met drie dagen een harde dijk.
15. November warm en fijn,
      het zal een strenge winter zijn.
30. Sint Andries,
      brengt de vries.